Wie voor allen bidt in de Goddelijk Wil krijgt voor zichzelf de liefde die God heeft voor iedereen.

Toen Mijn altijd beminnelijke Jezus vanmorgen kwam, bond Hij me vast met een gouden draad en zei: “Mijn dochter, Ik wil je niet vast binden met touwen en kettingen. Voor degenen, die opstandig zijn, gebruikt men sloten en ijzeren ketens. Maar voor de volgzamen, die alleen maar willen leven in Mijn Wil en geen ander voedsel willen dan Mijn liefde, is er nauwelijks een draad nodig om hen met Mij te verenigen. En dikwijls gebruik Ik zelfs geen draad, want zij leven zo binnen in Mij dat zij een geheel met mij vormen. En als Ik die toch gebruik, is het om Me te vermaken.”

En terwijl Jezus me wilde vastbinden, bevond ik me in de oneindige oceaan van Zijn Wil en dientengevolge in alle schepselen. En ik dacht in de gedachten van Jezus, in de ogen van Jezus, in Zijn mond, in Zijn hart; en dientengevolge in de gedachten, in de ogen en al het andere van de schepselen; en ik wilde alles doen wat Jezus deed. O, hoe omhelst men alles met Jezus; niemand wordt uitgesloten!

Nadien voegde Jezus er aan toe: “Wie in Mijn Wil is, alles omvat, bidt en eerherstel brengt voor iedereen, neemt de liefde in zichzelf op, die Ik voor iedereen heb. Op deze manier omsluit ze in zichzelf alle liefde die Ik voor iedereen heb. Hoe meer Ik haar liefheb, hoe dierbaarder ze Mij is en mooier,  en zo laat ze iedereen achter zich.” Omdat ik gelezen heb dat iemand die niet beproefd wordt, niet door God bemind wordt en aangezien het mij al lang geleden leek dat ik beproevingen had doorgemaakt, zei ik dit tegen Jezus en Hij zei me: “Mijn dochter, wie volkomen in Mijn Wil leeft is niet onderhevig aan bekoringen, omdat de duivel niet de kracht heeft om in Mijn Wil binnen te komen en dit niet alleen, maar de duivel wil niet binnenkomen, omdat Mijn Wil licht is en de ziel zou in dit licht zijn listigheid doorzien en de spot met hem drijven. En hij verdraagt het niet dat hij belachelijk gemaakt wordt, want dat is vreselijker dan de hel zelf. Dus dan slaat hij uit alle macht op de vlucht. Maar probeer Mijn Wil te verlaten en je zult zien hoe vele vijanden je zullen belagen. Wie altijd in Mijn Wil leeft, houdt de banier van de overwinning hoog en geen vijand durft deze onneembare banier te naderen.”